Wilma de Koning: ‘We kloppen onszelf al op de borst als er één vrouw in het bestuur zit’

26 apr 2021

Wilma de Koning is geen bestuurder die graag in de schijnwerpers staat. Toch ontkwam ze er de afgelopen jaren niet aan. Ze maakte zich sterk voor meer vrouwen aan de universiteit, en rond de misstanden bij de Honours Academy en de filosofiefaculteit was zij telkens degene die verantwoording moest afleggen. Deze week neemt ze afscheid van de Radboud Universiteit.

Ze was er nooit zo mee bezig. Ja, Wilma de Koning was een vrouw. Nou en? Totdat ze naar Nijmegen kwam en werd gepresenteerd als ‘eerste vrouw in het college van bestuur’. Dat was acht jaar geleden. In een interview met Vox uit die tijd zei ze te hopen dat ze toch vooral was aangenomen om haar kwaliteiten en niet vanwege haar sekse. Ze was ook helemaal geen voorstander van vrouwenquota. Wie potentie en kwaliteiten bezat (m/v), kwam vanzelf op een verdiende positie terecht, was haar overtuiging.

‘Als deze universiteit mij íets heeft laten zien, is het dat vrouwen niet vanzelf aan de top komen’

Inmiddels denkt ze daar anders over. Helaas, voegt ze eraan toe. ‘Als deze universiteit mij íets heeft laten zien, is het dat vrouwen niet vanzelf aan de top komen.’ Ze zag het met eigen ogen. Als je afwacht, gebeurt er niets. ‘Je moet echt instrumenten inzetten om het percentage vrouwen op te krikken.’ Een quotum, zoals de Technische Universiteit Eindhoven tijdelijk toepaste om meer vouwen op hooglerarenposities te krijgen, is in Nijmegen niet gebruikt. Maar De Koning is niet langer tegenstander. ‘Ik ben hierin noodgedwongen opgeschoven.’

De vicevoorzitter zit voor voormalig klooster Berchmanianum – waar haar werkkamer is – op een bankje in de zon. Af en toe sluit ze haar ogen om de voorjaarswarmte op haar gezicht te voelen. ‘Dit had ik vaker moeten doen de afgelopen acht jaar’, verzucht ze. Ze was druk, altijd maar druk.

In Nijmegen is het percentage vrouwelijke hoogleraren inmiddels 30 procent. Landelijk loopt de Radboud Universiteit daarmee in de voorhoede en daar is Wilma de Koning blij mee. ‘Maar het is nog niet genoeg. Het streven is: 36 procent in 2025.’

Spiegel voorhouden

Wat heeft ze zelf bijgedragen aan de ‘vrouwenzaak’? Het probleem blijven benoemen, zegt ze. Collega’s een spiegel voorhouden. Geen genoegen nemen met ‘ja maar we hebben geen geschikte vrouwelijke kandidaten’. Het zal haar niet altijd in dank afgenomen zijn, vermoedt ze, maar De Koning heeft bij faculteiten echt wel dwarsgelegen als er weer een nieuwe mannelijke topper naar voren werd geschoven. Verder zoeken, luidde haar onverbiddelijke opdracht. ‘Je moet vasthoudend en consequent zijn.’

Ze herinnert zich een heidag met decanen. Gerard Meijer was nog voorzitter van het college van bestuur. De vrouwenzaak stond op de agenda. ‘We hadden daar sprekers bij gezocht. Een van hen was een decaan van The University of York. Ook die vertelde geen fan te zijn van vrouwenquota, maar hij zag het aandeel vrouwen op zijn eigen faculteit maar niet toenemen. Hij had zichzelf de vraag gesteld: ben ik zelf niet ook bevooroordeeld als het om sekse gaat? En: ga ik zelf niet eveneens mee in vanzelfsprekende benoemingen? We hebben hier die dag uren over gesproken, werden keihard geconfronteerd met ons eigen gedrag. Die sessie heeft me echt de ogen geopend.’

Want, zegt De Koning, ze deed het zelf ook. Bij een vrouwelijke kandidaat opmerken dat ze ‘een en ander nog moet ontwikkelen’, waar ze bij een man al snel riep ‘dat komt wel goed’. Die vooroordelen zaten nu eenmaal ingebakken. Net zoals ze bij het bestuderen van een vacature voor zichzelf altijd als eerste keek naar de vereisten waar ze niet aan voldeed en dan de neiging had maar niet te solliciteren. Mannen redeneren anders, die zien de punten waar ze wél op scoren en nemen de gok.

‘Ik sprak laatst nog een vrouw die ergens op wilde solliciteren. Ze twijfelde. Het bekende verhaal. Ik zei: zullen we eerst even kijken waar je wél aan voldoet?’

Voor De Koning naar de universiteit kwam, maakte ze deel uit van het bestuur van Fontys. Van de drie leden, waren er twee vrouw. De laag directeuren die daaronder hing, bestond voor 50 procent uit vrouwen. Ze had zich niet gerealiseerd dat het verschil tussen hogeschool en universiteit wat dat betreft zo groot was. Toen ze er in de dagelijkse praktijk mee werd geconfronteerd, kon ze niet anders dan proberen de scheve verhoudingen recht te trekken. Naar eigen zeggen tot vervelends toe.

Jonge moeder

Wilma de Koning studeerde economie en accountancy aan de Erasmus Universiteit. Het was een mannenwereld. Terugkijkend stelt ze dat het toch wel heel bijzonder was om daar als een van de weinige vrouwen tussen al die mannen rond te lopen, maar als student realiseerde ze zich dat niet zo. IJzerenheinig haalde ze haar tentamens. Ze vond het normaal dat ze niet werd betrokken in de gesprekken. Bovendien: over auto’s en ‘wie wordt de vennoot?’ wilde ze helemaal niet meepraten. Ze zat er ook niet voor het snelle geld, De Koning wilde het onderwijs in.

In het tweede doctoraaljaar, op 22-jarige leeftijd, beviel ze van haar oudste dochter. Terwijl ze de verdediging van haar referaat voorbereidde, was ze zwanger van haar derde. ‘Ik weet nog dat ik een mondeling tentamen Controleleer moest afleggen. De verloskundige had al gezegd dat ik echt rustiger aan moest doen, maar dit tentamen wilde ik nog halen. Mijn vader vond het heel stoer wat ik allemaal deed, maar maakte zich ook een beetje zorgen. Hij bracht me met de auto naar de universiteit en bleef wachten op de gang. Toen ik het tentamen had gehaald, vroeg die hoogleraar: “Wat denk jij nou eigenlijk te gaan doen dadelijk met drie kinderen en een diploma accountancy?” Ik keek hem aan en zei: “Nou gewoon, werken.”’

Dat doet ze nog steeds. Net als haar man Rien, met wie ze sinds haar studietijd samen is. Achteraf was het wel hectisch allemaal, realiseert ze zich. Nu haar dochters kinderen hebben, ziet ze pas wat voor gepuzzel het is. Zelf is De Koning, die af en toe de rol van oppas-oma op zich neemt, inmiddels 58. Ze begint te verlangen naar wat meer regelmaat in haar leven.

Wilma de Koning. Foto: Dick van Aalst

Gedurende haar twee termijnen als vicevoorzitter van het college van bestuur was het nooit rustig. De Koning kreeg stevige dossiers te verstouwen, waaronder de misstanden binnen de Radboud Honours Academy en een cultuurprobleem binnen de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen (FFTR). Om met die eerste crisis te beginnen: De Koning hoorde via een klokkenluider dat bij het paradepaardje van de universiteit iets goed mis zou zijn. Na onderzoek werden twee mannen binnen de universiteit herplaatst en kreeg een derde zijn ontslag. Maar die laatste, de adjunct-directeur, spande een rechtszaak aan.

Waar het college van bestuur naarstig had geprobeerd alle details uit de media te houden, kwam een boel informatie via de openbare rechtszitting alsnog op straat te liggen. In de stukken viel te lezen dat vrouwen zich bedreigd voelden, op de burelen te veel werd gedronken en er een gebrek aan sturing was.

De Koning had die details altijd voor zich gehouden omdat ze niet wilde dat de slachtoffers traceerbaar waren. Ze hield woord, ook toen de rechter vroeg waarom ze de terugkeer van het ontslagen plaatsvervangend hoofd niet had overwogen. Haar antwoord was dat de bureaumedewerkers simpelweg te bang voor hem waren en dat ‘de kantonrechter ons wel zou snappen als hij de betreffende dames zou hebben gesproken’. De rechter miste daardoor bewijs en vond dat de universiteit de normen van goed werkgeverschap had geschonden. De beklaagde adjunct-directeur trok aan het langste eind door met een stevige afkoopsom op zak alsnog vrijwillig de universiteit te verlaten.

Juridische werkelijkheid

Het was een van de lastigste zaken uit haar carrière, zegt De Koning. Ze mag dan bakzeil gehaald hebben bij de rechter, ze zou het met de kennis van nu niet anders gedaan hebben. ‘We hadden hier te maken met een juridische werkelijkheid die niet onze werkelijkheid was’, vertelt ze. ‘Dat was niet leuk. Maar voor de betrokkenen hebben we het goed gedaan. We hadden afgesproken dat we niet openbaar zouden maken wat ze ons in vertrouwen hadden verteld. Bij de rechter hebben we laten zien dat we voor ze gevochten hebben. Dat signaal is door hen gezien en gewaardeerd.’

Vijf jaar later bleek er stront aan de knikker bij de filosofen. De beoogde decaan Paul Bakker kon opeens geen decaan meer worden omdat hij onderwerp was van een onderzoek. De cultuur op de vijftiende verdieping van het Erasmusgebouw zou niet deugen en ook hier waren de omgangsvormen dubieus. Bakker werd beschuldigd van ‘ongepast handelen’ en mag zich tot op heden niet vertonen op de campus. Inmiddels is een cultuurveranderingstraject ingezet op de faculteit.

‘Ik zal nooit informatie naar buiten brengen waarmee ik betrokkenen kan beschadigen’

Net als bij het Honours-dossier, hield aanspreekpunt De Koning haar kaken stijf op elkaar waar het ging om wat er precies was voorgevallen. Medewerkers en studenten konden vragen wat ze wilden, details gaf ze niet. Het college van bestuur werd ‘censuur’ verweten. De academische gemeenschap had toch recht op eerlijke informatie?

‘Ik snap die vragen, echt. Als ik zelf medewerker was, zou ik op dezelfde manier redeneren denk ik. En het wrange is dat mensen ons zwijgen beter zouden begrijpen als ze wisten hoe het precies zat. Maar wij hebben als college van bestuur de taak mensen te beschermen. Ik zal nooit informatie naar buiten brengen waarmee ik betrokkenen kan beschadigen. Tegelijkertijd proberen we zo transparant mogelijk te zijn over het proces.’

Gedragscode

Dossiers als Honours en FFTR houden haar uit haar slaap, bekent ze. Omdat ze emoties oproepen (‘het zal maar over je eigen man of dochter gaan’). Omdat ze zo complex zijn. Wat doe je met de veroorzakers en betrokkenen? Wat vertel je de gemeenschap? Hoe moet het verder? Gelukkig bestaat het college van bestuur uit drie personen. ‘Bij twijfel bespreken we alles nog eens met elkaar. Dat helpt.’ Maar het voor iedereen goed doen, dat lukt je nooit.

Of Bakker nog terugkeert naar de universiteit? Ook nu, aan de vooravond van haar vertrek, geeft ze daar geen antwoord op. De Koning weet in elk geval zeker dat kwesties van sociale veiligheid hoger op de agenda staan dan acht jaar geleden. ‘Dat is niet mijn verdienste, dat is ook de tijdgeest. Door MeToo zijn zaken bespreekbaarder geworden en komt er meer naar buiten.’

Toch, steeds opnieuw, schrikt ze van wat er boven water komt. Niet alleen in Nijmegen, maar ook op andere universiteiten. Hoogleraren die studenten intimideren, vrouwen die worden uitgesloten, gesjoemel met fatsoensnormen en macht.

‘We mogen dit nooit normaal vinden’

‘Zelf heb ik nog steeds het beeld van een universiteit waar slimme mensen werken die weten hoe ze zich dienen te gedragen. Dat is dus lang niet altijd het geval. Het is mij echt rauw op mijn dak gevallen. En we mogen dit nooit normaal vinden. Als college van bestuur hebben we inmiddels van alles op papier gezet over wat wel en niet hoort op een universiteit. Er komt nu een gedragscode voor medewerkers. Op het moment dat ik dit uitspreek vind ik het opnieuw idioot. Dat het nodig is! Maar het is echt nodig. Ik zucht er nu heel diep bij, omdat ik dat een trieste constatering vind.’

Met haar ogen volgt ze een hond die een duik neemt in de vijver van het Berchmanianum. Ze schiet in de lach als het baasje zijn dier vermanend toespreekt. Zegt dan: ‘Dat zou mijn hond kunnen zijn.’

In haar volgende baan als directeur van de KNAW blijft ze sociale veiligheid in de academische wereld agenderen, zegt ze. De KNAW heeft van het ministerie van OCW het verzoek gekregen een advies te schrijven over ongewenst gedrag in de wetenschap, het rapport wordt eind 2021 verwacht.

Vrouwelijke kandidaten

Waar De Koning naar uitkijkt, is dat ze straks iets minder in de schijnwerpers zal staan. Liever werkt ze op de achtergrond. En ja, een beetje minder hectiek zou wel mogen. De avonden en weekends wil ze voortaan graag vrij houden, er was de afgelopen jaren (te) weinig tijd voor privézaken. ‘Ik ben benieuwd of dat gaat lukken.’ Weifelend lachje.

Wat werkdruk betreft slaagde ze er niet in een goed voorbeeld te geven op de universiteit. En het lukte haar ook niet de stress omlaag te brengen bij studenten en medewerkers. Dat spijt haar. ‘Werkdruk is een veelkoppig monster’, verzucht ze. ‘Het is idioot hoe we elkaar daarin opjutten.’ Er kómt meer geld, er kómen meer wetenschappelijk medewerkers, maar de resultaten daarvan zal De Koning als bestuurder niet meer meemaken.

Met haar opvolging probeert ze zich niet te bemoeien. Of nou ja… ze heeft wel, op verzoek, een aantal vrouwelijke kandidaten onder de aandacht gebracht bij de Raad van Toezicht. En mocht er geen nieuwe vrouw worden benoemd op haar plek – wat ze niet verwacht – dan zal ze van zich laten horen.

‘Weet je’, zegt De Koning, ‘misschien zijn we te snel tevreden. We kloppen onszelf al op de borst als er één vrouw in het college van bestuur zit. Waarom geen twee? Of drie? Drie is nog aan geen enkele universiteit vertoond. We moeten niet achteroverleunen voor het echte kantelpunt bereikt is. Er is nog een wereld te winnen, ook als het gaat om diversiteit op het gebied van geaardheid of komaf aan de top.’

De klokken van het Berchmanianum luiden. Wilma de Koning recht haar rug en maakt aanstalten om op te staan. Het afgelopen coronajaar kwam ze nauwelijks op de campus. Nu zo hier toch is, wil ze nog snel even wat werk verzetten.

2 reacties

  1. J. schreef op 29 april 2021 om 09:46

    Wilma de Koning, van buiten vrouw, maar van binnen mannelijker dan haar mannelijke bestuursgenoten. Dat de volgende vrouwelijke bestuurders vrouwen mogen zijn met meer empathie, meer zachtheid, en bovenal: meer realiteitszin.

    • K schreef op 1 mei 2021 om 07:46

      Wat een flauwekul. Empathie als vrouwelijk labelen, insinueren dat hardheid en een gebrek aan realiteitszin mannelijke kenmerken zijn.. Chapeau voor dit achterhaalde beeld zou ik bijna willen zeggen.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!