De Aula slopen en het Berchmanianum afstoten: ‘Wat is het alternatief?’
-
De Aula. Foto: Diede van der Vleuten
Het Berchmanianum verkopen? ‘Bizar.’ De Aula slopen? Dat vindt de pedel een heel slecht idee. De suggesties die in een nieuw plan staan om de campus compacter te maken, worden op de universiteit niet door iedereen met gejuich ontvangen. Vier reacties.
Jef van de Riet, voormalig secretaris van het college van bestuur, was lid van de stuurgroep die zich vanaf 2013 bezighield met de ingebruikname van het Berchmanianum:
‘Ik vind het een bizar plan. De universiteit heeft dat gebouw iets meer dan tien jaar geleden aangekocht en helemaal verbouwd, en dan zou je nu overwegen het te verhuren of af te stoten? Waarom hebben we dan al die investeringen gedaan? Het Berchmanianum is een stuk katholiek erfgoed, een monument bovendien, dat stamt uit de begintijd van de universiteit. Het heeft ook een representatieve functie. Het geeft diploma-uitreikingen die daar worden gehouden klasse, ouders vinden het vaak prachtig. Kunnen we niet eerst kijken naar de optie om het gebouw een andere functie te geven?’
Campusplan
Deze maand presenteerde het college van bestuur het nieuwe campusplan voor de komende jaren. Welke ideeën zijn er voor de bestaande universiteitsgebouwen? Omdat het aantal studenten daalt en er moet worden bezuinigd, ligt de focus op het verkleinen van het universiteitsterrein. Het Erasmusplein, het Radboud Sportcentrum en de faculteitsgebouwen moeten het kloppend hart worden. Gebouwen die in de toekomst eventueel worden gesloopt, zijn de Comeniusgebouwen en de Aula. Mercator I staat op het lijstje ‘mogelijk te verkopen’, evenals – opmerkelijk – het pas in 2019 met de nodige trots in gebruik genomen Academiegebouw Berchmanianum.
Willem van den Tillart, coördinator Diploma services in het Berchmanianum:
‘Mijn collega’s en ik waren verrast dit nieuws over het Berchmanianum te lezen in Vox. We hadden nog niet via de officiële weg gehoord dat er een mogelijk plan ligt om het gebouw af te stoten. We waren dus vooral verbaasd, zulk nieuws geeft ook onrust op de werkvloer. Heldere communicatie hierover was prettig geweest. Wij organiseren hier zo’n zesduizend diploma-uitreikingen per jaar. Nu gebruiken we hiervoor de zaal in het Berchmanianum, in de Aula en theaterzaal C. Als die eerste twee mogelijk afvallen, hebben we wel een goed alternatief nodig. Ik kan pas zeggen wat ik ervan vind als duidelijk wordt wat dat alternatief zal zijn. Mocht er een mooie locatie in het Erasmusgebouw komen waar we veel gasten kwijt kunnen, dan zou ik daarmee kunnen leven. Maar als we het moeten doen met een zijzaaltje van de Refter, dan zou ik daar niet blij van worden.’

Nico Bouwman, pedel van de Radboud Universiteit en hoofdbewoner van de Aula:
‘Toen het Berchmanianum werd aangekocht, hebben wij heel duidelijk gemaakt dat we daar niet naartoe wilden en we waren opgelucht dat we in de Aula mochten blijven. Hier hebben we veel meer ruimte. We hebben twee tot vier promoties per dag en een bezetting van negentig procent. Onze zalen zijn bijna altijd in gebruik en we hebben een aparte togakamer. Meer dan de helft van de promoties en redes die hier plaatsvinden, komt uit de hoek van het Radboudumc. Nu wordt de Aula in het nieuwe campusplan genoemd als gebouw om mogelijk te slopen. Waar moeten wij dan heen? Een bestaande locatie op de campus aanpassen zou kapitaalvernietiging zijn en kan de toegevoegde waarde van het gebouw niet vervangen.’
Aukje Verstegen, ombudsfunctionaris, werkt in Mercator I:
‘In principe vinden wij het niet zo erg dat onze huidige werkplek mogelijk wordt afgestoten, bovendien wisten we dat dit zou kunnen gebeuren. Waar het ons wél om gaat, is dat we passende ruimtes behouden voor ons werk als ombudsfunctionarissen. We hebben hard gevochten om onze huidige werkplekken te hebben. We zitten nu op één verdieping met vertrouwenspersonen voor medewerkers, ombudsfunctionarissen en ondersteuners. Dat is belangrijk voor samenwerking en laagdrempelig contact, vergelijkbaar met een koffieautomaat. Een verhuizing is dus geen probleem, zolang de vertrouwelijkheid van gesprekken gewaarborgd blijft. Gespreksruimtes mogen niet te zichtbaar zijn; melders moeten zich veilig en ongemerkt kunnen melden.’